In Groot-Brittannie is deze maand hevige commotie ontstaan nadat bleek dat er vlees en melk van gekloonde dieren in de voedselketen terecht is gekomen. Is er sprake van een incident, of van een nieuwe stap, die de grootschalige vee-industrie nóg dieronvriendelijker zal maken? Dat laatste moet koste wat het kost voorkomen worden, vindt Compassion in World Farming.
Klonen is een jonge techniek die het mogelijk maakt in het laboratorium een embryo van een dier te maken dat genetisch 100% identiek is aan een ouderdier. Om tot leven te komen wordt het embryo in een draagmoeder geplaatst waarna het zich verder ontwikkelt en normaal geboren wordt: als tenminste alles goed gaat....
In de huidige, massale vee-industrie wordt klonen nog niet toegepast. Wel is er al langer sprake van grootschalige genetische selectie. Dat leidt tot ernstig dierenleed. De Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) ziet genetische selectie van koeien voor een hoge melkopbrengst als de belangrijkste factor die zorgt voor een slecht welzijn bij melkkoeien. Ook varkens, die speciaal gefokt zijn voor hun snelle groei, hebben vaak last van gebreken aan poten, hart en longen. Wanneer klonen een toegestane en gangbare praktijk zou worden in de veehouderij ligt het voor de hand dat vooral de dieren die de hoogste opbrengst leveren, en daardoor het meest lijden, gekloond zouden worden. Zo dreigt klonen het gebruik van genetische selectie in de veehouderij te versnellen en het welzijn van dieren verder te verslechteren.
En dat terwijl het klonen zelf al zoveel ellende oplevert. De meeste gekloonde embryo's sterven nog in de draagmoeder en de dieren die levend ter wereld komen hebben vaak ernstige gebreken, zoals misvormingen, een verzwakt immuunsysteem en problemen met hart, longen en andere organen. De ethische adviescommissie van de Europese Unie uit daarom serieuze twijfels of klonen wel moet worden toegestaan. Het Europees Parlement heeft inmiddels duidelijk stelling genomen en gestemd voor een verbod van de verkoop van vlees en melk afkomstig van gekloonde dieren.
Het vlees en de melk die in Groot Brittannie op de markt kwamen waren, zonder de vereiste toestemming, afkomstig van geïmporteerde embryo's van gekloonde moederkoeien. De Britse voedselautoriteit haastte zich te verklaren dat er geen aanwijzingen zijn voor gevaar voor de voedselveiligheid en de dieren te traceren. Dat het echter toch mogelijk was deze embryo's te importeren, hen groot te brengen en hun producten op de markt te brengen geeft te denken. Het roept de vraagt op of zoiets in Nederland óók zou kunnen gebeuren en noodzaakt regering en autoriteiten tot uiterste waakzaamheid om dat te voorkomen.
Geert Laugs
Compassion in World Farming Nederland