Veel mensen denken dat beter welzijn voor landbouwdieren altijd leidt tot hogere kosten. Peter Stevenson, Chief Policy Advisor van Compassion in World Farming, bestudeerde veel recent onderzoek hiernaar en concludeerde dat de veronderstelling dat meer welzijn meer geld kost vaak niet waar is.
Uit gegevens van de eierindustrie blijkt dat de productie van een scharrelei maar iets meer dan 2 cent duurder is dan een kooi-ei en dat het houden van zeugen in groepen, in plaats van in ligboxen, maar 2 cent toevoegt aan de productiekosten van een kilo varkensvlees.
Bovendien blijkt dat veehouderij met hogere welzijnsnormen in sommige gevallen economische voordelen oplevert. In systemen met meer dierenwelzijn zijn dieren vaak gezonder, waardoor de kosten voor de dierenarts en de sterftecijfers lager uitvallen. Het verstrekken van stro en extra ruimte voor mestvarkens kan leiden tot betere groei en een betere voederconversie.
Hoogproductieve melkkoeien lijden aan een reeks van pijnlijke gezondheidsproblemen zoals kreupelheid en mastitis. Cijfers laten zien dat gezondere koeien met een lagere melkgift, maar met een langer productief leven, hogere netto marges kunnen leveren voor de boeren, als gevolg van lagere vervangingskosten en hogere prijzen voor de kalveren en de afgedankte koeien.
Peter zegt hierover: "In de laatste 20 jaar is zeer veel wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar het gedrag van van landbouwdieren en naar fysiologie en gezondheid. Er is echter veel minder aandacht besteed aan de economische gevolgen van de overgang naar een hoger dierenwelzijn. Mijn rapport bundelt de beschikbare gegevens en laat zien dat in sommige gevallen beter welzijn de productiekosten op het bedrijf nauwelijks verhoogt en dat in andere gevallen een beter welzijn daadwerkelijk economisch voordelig kan zijn”.